woensdag 25 augustus 2010

Pukkelpop 2010 vrijdag 20/08 deel 2


De schemering viel over Pukkelland. Een oppermachtig triumviraat stond klaar om elkaar te bestrijden op het slagveld. Met zoveel bands kon het waarschijnlijk niet anders, maar vervloekt is de sterveling die het waagde om Foals, Local Natives en Major Lazer op het zelfde tijdstip te programmeren. Major Lazer bleek al snel de Crassus van het gezelschap. Vergiftigd in Klein-Azië (Dance Hall), ver weg van de ware machtsstrijd tussen de twee grootheden. Uiteindelijk kreeg Foals (9,5/10) de rol van Caesar toebedeeld, wat uiteraard betekent dat Local Natives, met pijn in het hart, genegeerd werd. Deze extreem zware keuze was het resultaat van Foals' belangrijkste atoomwapen: overheerlijke elektrische gitaren.
Na een lange afweging capituleerde ik voor de nieuwe tiran. Ondanks of misschien dankzij (mijn rebelse aard kwam naar boven) het feit dat al mijn vrienden waren overgelopen naar het Local Natives-kamp en hun pleidooien om toch maar naar de club af te zakken.


Maar mijn loyaliteit aan de tiran werd beloond, Foals kroonde zich al snel tot absolute alleenheerser van Pukkelpop. Want jongens toch, wat zij in de marquee klaarspeelden was ronduit onvoorstelbaar. Ik had nu wel verwacht dat ze goed waren, maar zó goed? Het was een schok, een Haïtiaanse schok.
Eerder dit jaar bracht Foals zijn tweede album (Total Life Forever) uit, een album waar ik exact evenveel van hou als van Gorilla Manor van Local Natives.
Maar sinds Pukkelpop zijn ze toch wel een heel pak in mijn achting gestegen. Zij hebben namelijk hét in zich om u zonder enig probleem een prachtconcert te bezorgen. En dat was weldegelijk geheel aan henzelf te wijten. Het publiek in de marquee was zelfs niet echt meegaand, noch enthousiast, en dat geheel onterecht.
Het liet de Oxfordianen gelukkig ijskoud. Zij hadden het duidelijk naar hun zin op het podium. Frontman Yannis Philippakis stond bij het eerste nummer al op de onstabiele boxen te jammen als de rockheld die hij is, en later vereerde hij het publiek met een wandeling door de middenweg.
Foals bracht extreem mooi gitaarwerk, precies waarop ik gehoopt had. Mijne heren en dames, ik moest mijn zonnebril bijna opzetten om mijn beginnende ontroeringstranen te verbergen. Daar gaat mijn staalharde imago!
Hoewel het gehele optreden een gigantisch hoogtepunt was, wil ik toch in de eerste plaats het prachtige Spanish Sahara de hemel in prijzen, dat wondermooie rustige begin, en het epische einde.
U merkt het, Foals was zonder twijfel het beste optreden van de 51 die ik heb gezien.


Na een prachtige ervaring heb je meestal een gevoel van: "shit, het is gedaan" maar dat gold deze keer niet. Ik wist namelijk dat er nog iets extreem goed te wachten stond in de chateau. De heren van HURTS (9/10) maakten zich op om in pak op te treden in de kleine warme tent waar het zeker 40°C was. Ondanks de verschrikkelijke hitte was hun optreden cool as ice. Wat wil je met een Brits art rock bandje dat vorig jaar zomaar even uit het niets mijn favoriete song van 2009 uit zijn mauw schudde. Dat is Wonderful Life natuurlijk, ik ben het zelfs nog steeds niet moegehoord.
HURTS bestaat voornamelijk uit een duo (zanger Theo Hutchcraft en toetsenist Adam Anderson) maar er ging ook veel aandacht naar de achtergrondzanger -duidelijk een vocaal geschoolde man- die doodstil voor zich uit staarde in zijn snikhete chique tuxedo. Theo Hutchcraft was wel nog steeds de protagonist. Zijn bloedmooie stem en arty uiterlijk werden kracht bijgezet door leuke armgebaren en gezichtsuitdrukkingen. Volgens mij leek hij zelfs wat verbaasd door de enorme bijval die de band van het publiek kreeg. Ik geef toe, mijn keel was lichtelijk kapot na afloop van dit oersterke optreden. Illuminated, Silver Lining en Unspoken werden afgewisseld door een paar nieuwe nummers van het toekomstige debuut, of waren het oude nummers van Daggers (oude naam van HURTS)? Het feest werd afgesloten met een zalig Better Than Love.
HURTS brengt juist het soort muziek dat ook tot een commercieel succes kan leiden (maar tegelijk aangenaam klinkt voor liefhebbers van het alternatieve genre). In België is men waarschijnlijk nog een beetje achter, maar tot mijn verbazing staat Wonderful Life momenteel op de tweede plaats in de Duitse hitlijsten. Wie weet staan ze volgend jaar wel in een volle Marquee.


Nu de avond goed werd ingezet liet ik Mumford and Sons links liggen. Niet omdat ik ze slecht vind, integendeel zelfs. Maar Hot Chip (8/10) is gewoon stukken beter. Dat geldt ook voor hun geweldige One Life Stand album. Ondanks de laaiende kritieken over M&S's optreden heb ik nog steeds geen spijt van mijn keuze. Hot Chip's show was minstens even sterk. Er was maar één minpunt. De bassen in de Dance Hall stond echt véél te luid. Het gebrom overstemde bijna alles en iedereen, jammer dat de geluidstechnici hier niets van merkten.
Voor de rest bouwde Hot Chip zoals verwacht een geweldig feest. Zij brachten schitterende live-versies van hun nieuwe album. De nummers klonken soms totaal anders, maar daarom zeker niet slechter.
Uiteraard sloten ze af met hun oude hit, Ready For The Floor. De Nerds weten nog steeds hoe ze een massa volk een glimlach op hun gezicht moeten toveren. Als ze nu nog hun hilarische cover van She Wolf gespeeld hadden was het helemaal te gek.

Tijd voor wat folk! Maar niet na het nuttigen van wat gore Pukkelpop-frieten op een wei die door de in overdrive werkende rookmachines van de boiler eventjes op Moskou leek.
Helaas zorgde de vertraging ervoor dat ik amper een drietal nummers van The Tallest Man On Earth (7,5/10) kon meepikken. De Zweudse Kristian Matsson stond helemaal alleen op het podium maar dat deed niets af aan zijn imposante stem. Gelukkig is er dit najaar nog een kans om hem aan het werk te zien in de AB.


Terwijl The Prodigy zijn agressie de vrije loop liet op de Main Stage trok ik met alle Bloc Party fans naar de marquee waar Kele (8/10) een verrassend hoge plaats had gekregen. De tent stond ook wel goed vol.
Het leek soms alsof Kele twijfelde of het publiek voor zijn eigen werk of voor Bloc Party gekomen was. Gelukkig bleek al snel dat beiden waar waren. Meneer Okereke had in het begin nog wel wat affectie nodig maar na het geweldige On The Lam kwam die genegenheid tot Kele's grote vreugde als vanzelf. Ik heb dit jaar alleen bij School Is Cool een enthousiaster publiek gezien. Maar deze massa was wel minstens tien keer groter.
Kele trakteerde ons op verschillende Bloc Party Melody's en nummers uit zijn eigen The Boxer. Alles werd even goed door ons onthaald. De rocknummers van Bloc Party baden wel in de elektronische sfeer van zijn solo-album. Hoewel Bloc Party's Intimacy ook wel een electro-randje had. Met zijn hit Tenderoni deed Kele de Marquee voor een laatste maal ontploffen. Hij bedankte ons terecht met zijn typische gigantische glimlach wegens onze ongelofelijke uitgelatenheid. Pukkelpop was een van de weinige concerten van Kele deze zomer, dus dat moest een extra hart onder de riem wezen.


Het ondoorgrondelijke Beach House (8,5/10) bracht dit jaar het veelgeprezen Teen Dream uit, wat voor hun definitieve doorbraak zorgde, dat mag ook wel na drie prachtige albums.
Ze traden in April nog op in de rotonde van de Botanique, en die prachtige zaal kwam nooit beter tot zijn recht als bij deze dream pop iconen. De wollige lichtgevende doekjes waren in de Club vervangen door grote piramides, maar voor de rest was hun act vrijwel hetzelfde gebleven. Zangeres Victoria haar gezicht was nog steeds bedekt door een enorme massa haar, dat goed van pas kwam tijdens haar hilarische heen en weer geschud.
De Club stond zoals het hoort relax te genieten van al deze dromerige pracht. Ikzelf bevond me net zoals enkele maanden geleden in een soort trance die pas overging na het sublieme 10 Mile Stereo, het beste werd weer tot het laatste bewaard. Kippenvel!


Na Beach House stond het laatste stukje Four Tet op mijn programma, maar ik ben nooit in de chateau geraakt. Op een gegeven moment liep er namelijk een van de leden van Local natives voorbij (herkend dankzij R!). Na een paar seconden besloten ik en mijn kompanen achter hem aan te rennen. Wat zijn we toch een groupies.
Hij -ik denk dat het Taylor Rice was, alleszins het bandlid met de grootste snor- bleek supervriendelijk en informeerde naar wat we allemaal die dag gezien hadden. Hij uitte zich ook als een bewonderaar van Beach House en hij was in de wolken met mijn Beach House T-shirt (hoera!).
Ik voelde me eventjes schuldig dat ik Local Natives had laten vallen voor Foals.
Enkele minuten later verdween onze vreugde als sneeuw voor de zon, het nieuws van de zelfmoord van Charles Haddon had ons, vier uur na de feiten, eindelijk bereikt.


In een droevige stemming vatte ik post voor het grote scherm van de Marquee. De tent zelf was namelijk véél te klein voor de gigantische massa fans van het trio dat zich de titel van meest gehypte band van het jaar mag noemen. En dan te denken dat één editie geleden bijna niemand van de mensen die nu stonden mee te zingen ooit van The xx (8,5) gehoord had.
Als u me kent, dan weet u dat ik hen uiteraard al veel langer een fan was. Toch had ik hen tot nu toe nog niet bezichtigd. Ik had immers geen zin om in een volgepakte zaal te staan met mensen die normaal enkel naar het Sportpaleis gaan. Ik weet het, mijn woorden klinken vreselijk arrogant, comme d'habitude.
Die overvolle Marquee had wel iets, en het was mooi hoe zoveel mensen samen kunnen genieten van zo een rustige muziek. Het optreden zelf was zoals verwacht ijzersterk, als kers op de taart kregen we hun prachtige Florence And The Machine cover (You've Got The Love) the horen. De onvermijdelijke trieste ondertoon van hun werk zorgde er helaas voor dat ik mij even in een rouwtoestand bevond.


Om het onverwachte verlies uit mijn hoofd te zetten stond gelukkig Holy Fuck (8,5/10) op mijn programmablad gemarkeerd. Holy Fuck was misschien wel de meest experimentele band op Pukkelpop. Het was alleszins het meest experimentele feestje waarop ik het afgelopen jaar aanwezig was. En ik geef het toe, ik hou enorm van experimentele feestjes.
Met gitaren, keyboards, getier in de micro, elektronische rariteiten en zelfs een mondharmonica brachten zij een wilde en onnavolgbare mengelmoes van rock en electro. Ook deze keer stond de halve chateau verbaasd voor zich uit te staren terwijl ikzelf los ging op hun geniale probeersels. Ik geef nochtans toe dat ik niet echt veel naar hun Latin-album heb geluisterd. Té experimenteel voor achter mijn laptop, maar zalig om op te dansen. Holy Fuck ontpopte zich tot een verrassend aangename afsluiter.

Als een vertrappelde vlieg volgde ik nog even de boiler-set van Jan Van Biesen vanop de oncomfortabele grond. Het eerste deel verspilde hij helaas aan drum & bass, maar iets later krikte hij zijn niveau behoorlijk op en speelde zelfs Kraftwerk's Radio Aktivität! Rond deze tijd besloten we echter dat het volstond. Om de laatste dag te overleven was toch net iets meer slaap dan de vorige nacht vereist.

3 opmerkingen:

  1. Weer nice! en Local Natives waren thans ook zalig genieten! jammer van de programmatie met Foals ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heerlijk verslag! Net zoals de rest van de postjes op deze blog, altijd uitkijken naar de volgende :)
    Bedankt Hadrian!

    BeantwoordenVerwijderen