Het is ondertussen mahlzeit-zeit en de zon begint aan zijn langzame helletocht. Toch stonden er nog een heleboel artiesten op mijn programma. Volgt u even mee voor het tweede deel van dag uno.
In de marquee treden de beroemde paardenliefhebbers uit Seattle aan,
Band Of Horses (7,5/10). Toch een vrij bekende naam in het indie milieu, zeker na het
Cease To Begin album uit 2007. Dit jaar brachten zij eindelijk een nieuwe plaat uit,
Infinite Arms, zowat de grootste teleurstelling van het voorjaar. Ik keek erg uit naar hun nieuwe werk, maar hun nieuwe folk-stijl kon mij niet echt bekoren. Het was dus met een gemend gevoel dat ik in de marquee stond (maar alles is uiteraard beter dan
Blink 182). Zij openden met
Factory, veruit de beste track op Infinite Arms en dus een goede keuze. Prompt volgden nog twee nieuwe nummers en het klonk zowaar verre van slecht. Misschien moet ik Infinite Arms toch nog maar eens beluisteren. Ik herinner me trouwens dat Humo de nieuwe plaat ook helemaal heeft afgekraakt om de week erop terug te krabbelen en het met een dikke 4 sterren te overladen. Na enkele keren luisteren blijkt het misschien een ondergewaardeerd meesterwerk...
Hoe dan ook, met
Is There A Ghost greep Band Of Horses terug naar hun prachtige oude werk. Ook het publiek werd wakker geschud. De superieure klassiekers
Funeral en No
One's Gonna Love You werden goed onthaald en zelfs meegezongen.
Met momenten leek de stem van frontman
Ben Bridwell niet al te toonvast, maar dat kan ook liggen aan het feit dat ik op een slechte plaats stond. Collega muziekliefhebbers waren alleszins laaiend enthousiast over dit optreden en ik had zeker geen spijt van mijn aanwezigheid.
Na een indie-grootheid was het de beurt aan een nieuw bandje, opererend onder de naam
Girls (5/10). Ik zal kort zijn, het was muzikaal in orde, maar het was oersaai. Of lag dat misschien aan mijn beginnende vermoeidheid? Het publiek stond er thans wezenloos bij, geen goed teken me dunkt.
Na bijna in slaap te vallen bij Girls had ik iets levendig nodig, en dat werd mij bezorgd door Humo's Rock Rally 2010 winnaar
School Is Cool (8/10). Ik was eerst zelfs niet van plan om hun optreden bij te wonen maar ik had zowaar een gat in mijn agenda (shocking right?) en ik werd dus vlot door mijn vrienden overhaald, vastgebonden en meegesleurd. De Wablief?! stond boemvol nieuwsgierige festivalgangsters die Vlaanderen's nieuwe aanwinst kwamen bewonderen. Dankzij het feit dat ik amper radio luister, en dus ook niet naar Studio Brussel, kende ik geen enkel nummer van deze band, zelfs hun hitje
New Kids In Town niet. Maar dat bleek totaal onnodig, School Is Cool is enorm talentvol, superentertainend en gewoonweg steengoed. Hun stijl deed me zelfs denken aan
Arcade Fire, toch wel een gigantisch compliment, ook al komt het maar van mij (nederigheid is een nieuwe emotie voor mij, raar!)
De groep straalde vrolijkheid uit en dat werkte zeer besmettelijk op het publiek in de niet 'lame' zin van het woord. Ik heb zelfs sindsdien geen beter publiek meer gezien. School Is Cool was er zelf een beetje van aangedaan (wat vrij schattig was),konden hun ogen maar niet geloven en bleven de toejuichelaars tot vervelens toe bedanken voor hun toejuicheligheid. Zij verdiende deze steun zeker en vast, hun optreden werd gekenmerkt door een grote kunstige afwisseling van instrumentatie en zang, wat altijd een pluspunt is. Het gaf deze jonge band toch een zekere geschoolde indruk. Ik kijk uit naar hun debuut!
School Is Cool heeft alles in zich om ooit legendarisch te worden, maar eer het zo ver is repte ik mij naar een man die nu al even meegaat en ook al eeuwen een legende is.
Mark Lanegan (7,5/10) stond, begeleid door één gitarist, het beste van zichzelf te geven in de Marquee. Het was een optreden voor de echte muziekliefhebber, want een lichtgewicht is Lanegan allerminst. Zijn teksten gaan diep en zijn muziek is de contradictie van pop. Maar uiteindelijk draait alles toch rond zijn fantastische oceaandiepe (ik moet ooit ophouden met die belachelijke homerische adjectieven) stem. Langegan bracht onlangs nog een album (
Hawk) uit met de geweldige
Isobel Campbell. Hoewel dat officieel een samenwerking was kan ik u gerust zeggen dat Isobel een jaar eraan heeft zitten zwoegen en Lanegan één dag zijn liedjes is komen inzingen en dan ook nog eens weigerde om een paar tracks te proberen. Zijn drugsproblemen zijn misschien over maar een aangenaam persoon lijkt hij nog steeds niet. Toch was zijn optreden van topklasse, zoals je van een legende mag verwachten. Veel viel er wel niet te beleven op het podium, maar zo werkt het fenomeen Lanegan nu eenmaal niet.
Het geplande hoogtepunt van de dag brak aan, het Engelse universiteitsbandje
Stornoway (8/10) uit Oxford. Zij hebben met
Beachcomber's Windowsill volgens mijzelf het -op
Joanna Newsom's Have One On Me na- beste folk-album van dit jaar gefabriceerd en als hun aanwezigheid op Pukkelpop iets later bekend werd gemaakt had ik ongetwijfeld een ticket gekocht voor hun optreden in de Botanique. Zoals verwacht leverde Steòrnabhagh (Gaelische naam van de stad Stornoway op het Schotse eiland Lewis)schitterend werk. De stem van frontman
Brian Briggs klonk even perfect als op het album en ook de andere bandleden lieten van zich horen. Vooral
I Saw You Blink en uiteraard de afsluiter
Zorbing konden mij bekoren, maar de heren hadden ook nog een leuke extra in petto. Briggs kondigde hun nieuwe lied aan als volgt: "We hebben iets gemaakt dat ons heel groot kan maken of ons de das kan omdoen, maar we hebben er alvast heel veel plezier aan beleefd om het in mekaar te knutselen." En nee, Briggs spreekt niet echt Nederlands.
Het nummer was vrij anders dan hun album. Na een eerste mislukte start lukte het de tweede keer wel. Het begin is dan ook vrij moeilijk wegens de samenzang. Ik ben ondertussen de details vergeten en weet niet meer hoe het verderging maar het klonk alleszins verrassend en zeker niet onaangenaam.
Deze college lads waren overigens zeer vriendelijk en charmant, daarenboven ken ik niet veel dames die een kus van de gitarist of drummer zouden weigeren. Zeker niet in die übercharmante chateautent. U kan deze band zelf in september gaan bewonderen op Leffingeleuren.
Buiten de Chateau klonk er een ondertussen al een hele poos een stortregen van gitaargeweld,
Iron Maiden had zijn troon bestegen. Al de hele dag kon men overal in Kiewit en omstreken de vertrouwde Iron Maiden T-shirts en vestjes zien. Iron Maiden fans zijn dan ook overal en erg volhoudend, zo stonden zij die geen ticket meer hadden kunnen bemachtigden met honderden vanaf de Kempische Steenweg over de omheining naar de main stage te staren, allen met een pint bij de hand natuurlijk.
Niet veel later betrad mijn beroemde facebook vriendin (al moet ik haar delen met 5000 anderen)
Alison Goldfrapp als een echte diva de Marquee.
Goldfrapp (8/10) is al jaren de grand dame van de electropop en zij bracht dit voorjaar haar eigen wens in vervulling door een echt 80's disco synthpop album uit te brengen. De meeste critici en ikzelf waren niet echt laaiend enthousiast over
Head First maar enfin. Goldfrapp is zowat de coole indie versie van
Kylie Minogue en dat zag je ook aan haar show. Als onbetwiste koningin der synths deed zij de marquee in mum van tijd omtoveren tot een discofeestje. Ik geef toe dat ik behoorlijk onder de indruk was van haar professionele verschijning. Ze was uitgedost in iets wat leek op een pakje van cassettebandjes, deze werden samen met haar fraaie blonde krullen in beweging gebracht door 2 windmachines. Zij koos verstandig voor de beste nummers uit Head First (
Rocket, Believer, Dreaming) en greep af en toe naar wat ouder werk. Het was alleszins veel beter dan ik had verwacht, aangezien Fraulein G een niet al te beste live-reputatie heeft. Ze was het waard om
Miike Snow te laten vallen. Die laatste had mij immers vorig jaar nog onaangenaam verrast met een zwak optreden in de Botanique. Al hoorde ik dat het wel goed was deze keer.
Doodmoe na Goldfrapp's dansfestein haastte ik me naar de chateau voor
Fuck Buttons (9/10). Zij verrasten mij eind 2009 compleet met het briljante
Tarot Sport album. Dat bevatte amper zeven tracks maar elke track duurt ongeveer tien minuten. In den beginne zette ik mij neer aangezien mijn benen het zowat begaven na 14 bands. Met het fantastische Olympians kon ik mij amper nog inhouden en begon ik met mijn bovenlichaam spastisch heen en weer te schudden, terwijl ik de melodie meenzong tot de verbazing van mijn buren, die duidelijk niets van deze muziek begrepen. Het is dan ook geen toegankelijke electro. Fuck Buttons maakt enorm repetitieve elektronische en uitsluitend instrumentale nummers die minutenlang hetzelfde ritme en ongeveer dezelfde beats en geluiden laat horen, maar daarin zit een geniale melodie verscholen, en deze complexe gehelen vormen eigenlijk één gigantische climax. Toen mijn vrienden tot mijn verbazing de chateau binnenkwamen ben ik rechtgestaan en heb ik de pijn gewoonweg van mij af gedanst (naderhand kwam ze dubbel zo hard terug natuurlijk). Dit was na
Vitalic misschien wel het beste feesje dat ik dit jaar heb meegemaakt. Ik geloofd niet in die nieuwe geluidsdrugs, maar als het klinkt als Fuck Buttons dan ben ik reeds verslaafd. Zij bezorgden mij een euforisch gevoel waar junkies (losers!) alleen maar jaloers op kunnen worden.
Nog steeds euforisch baden wij ons een weg door de massa, helemaal tot in de Dance Hall, waar
Groove Armada (6/10) zijn onsterfelijke
I See You Baby al meteen op ons afvuurde. Toch ben ik vooral een fan van hun nieuwe werk,
Black Light is een geweldig dance album met onder anderen een ongelofelijke
Bryan Ferry en
William Young. Het britse duo had voor de gelegenheid zangeres
SaintSavoir (
Look Me In The Eye Sister en I Won't Kneel)meegenomen een uitstekende zangeres met een Cleopatra achtig uiterlijk en een flexibel lichaam. Toch blijven de heren van Groove Armada vooral producers en hun albums worden dan ook gedragen door de ijzersterke samenwerkingen. Het is natuurlijk onmogelijk om al die artiesten mee te nemen op een tour, zeker in het geval van grootheden als Bryan Ferry. Zoals verwacht is het Groove Armada optreden dus geen geweldig feest geworden, mijn lichaam moest immers nog bekomen van Fuck Buttons. Misschien was ik beter weeral naar
Placebo gaan kijken. Desondanks kijk ik met verlangen uit naar de Black Light-opvolger
White Light die waarschijnlijk dit najaar nog in de platenwinkel zal verschijnen.
Maar kom, nog voor het einde was ik alweer onderweg naar de chateau.
These New Puritans (4/10) beloofde immers een geweldige afsluiter te worden. U merkt alvast aan de quotering dat ze het allerminst waren. Hun Hidden album kon me nochtans erg bekoren maar ondanks de aanwezigheid van twee Bariton-saxofonisten (of waren het toch fagottisten?) kwamen ze live helemaal niet sterk over. Het is misschien deels te wijten aan mijn temporeel uiterst labiele toestand maar frontman
Jack Barnett ontbeerde elke vorm van zangtalent. Meer dan wat luid en agressief gepraat begeleid door vrij degelijke art rock heb ik alvast niet gehoord. Tegen het einde ben ik dan maar naar de Club gevlucht waar de Nieuw-Zeelanders van
Fat Freddy's Drop (7/10) een reggae party uit de grond hadden gestampt. Er stonden een achttal man op het podium waaronder een trombonist en een trompettist. En dat bleek ruimschoots voldoende voor het enthousiaste publiek. Ook al stond de club maar halfvol, er heerste een merkwaardig broeierige zuiderse sfeer (inclusief irritante koppeltjes). En dan ben ik niet eens een reggae-fan laat staan dat ik ooit van deze band gehoord had.
Studio Brussel's
Mish Mash Soundsystem (3/10) sloot de dag af met een boilerparty. Zoals gewoonlijk grepen zij terug naar de commerciële maar nog net of net niet door de beugel glippende rotnummers. En ja hoor zij eindigden met het ronduit afschuwelijke
I've Got A Feeling. Moge God hen straffen. Gelukkig lag ik toen net in mijn bed zodat ik deze muzikale hel enkel van op een gigantische afstand (mijn tent lag helemaal vanachter op de camping) moest meemaken.
Und zo geschiedde de eerste dag, zeker niet slecht dus, maar al bij al toch de zwakste van de drie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten