maandag 31 januari 2011

Hercules and Love Affair - Blue Songs


Mocht u fan zijn van Hercules and Love Affair's eerste gelijknamige album uit 2008 dan ben ik nog niet zo zeker of u het nieuwe Blue Songs even goed zal vinden. Het project rond de New Yorkse dj Andy Butler neemt op haar nieuwe plaat immers een nieuwe wending.

In de eerste plaats is het collectief van 2008 bijna compleet verdwenen. U zal tevergeefs zoeken naar Antony Hegarty (Antony and the Johnsons), Nomi Ruiz (Jessica 6), Tim Goldsworthy (samen met James Murphy van LCD Soundsystem oprichter van DFA records) en Tyler Pope (!!!). Enkel Andy Butler ('de rosse') zelf en zangeres Kim Ann Foxman (lesbo-look) zijn gebleven. Daarnaast haalde Butler heel wat nieuw talent binnen. De Duitse hippe electro-artieste Aerea Negrot (afro-coupe), de mij onbekende zanger Shaun J. Wright (tulbandman), en Bay Area producer Mark Pistel (brilmans) sluiten de rangen van het nieuwe liefdescapriolen van Herakles.


Naast de personele wissels gooit Butler ook de sound van zijn creatie over een andere boeg. In 2008 klonk Hercules and Love Affair nog erg disco, vandaag is dat 80's house geworden. En dat kan misschien wel voor problemen zorgen want terwijl disco de laatste jaren weer erg in is, heeft house bij velen nog steeds onterecht een ouderwetse bijklank. Zoals een bevriende house Dj (Just Nathan) me onlangs vertelde wordt er nog vaak house gemaakt, maar niemand noemt het nog zo, want de term 'house' klinkt niet cool genoeg voor de jeugd. De benaming 'house' wordt dan maar vlug veranderd door electro of dance, zelfs house-feestjes heten vandaag anders. En toch is goede house ook in 2011 hip, denk bijvoorbeeld aan de onmetelijk coole Azari & iii! En ook Butler en zijn gang bewijzen dat house allesbehalve dood is.

Blue Songs wordt gedragen door de geilste house beats, uitstekende vocals en een erg feestelijke atmosfeer. Opener Painted Eyes grijpt nog wat terug naar disco, maar de fantastische dansvloerbom 'My House' is op en top een voorbeeld van verschrikkelijk goede house. De vocals die u hoort zijn die van Shaun J Wright, hij is dus zeker geen slechte aanwinst, dat is wel het minste dat ik kan zeggen. Ook de video voor My House past trouwens perfect bij de sfeer van het album.

Zangeres Negrot haar stem doet heel erg aan Grace Jones denken, waardoor Answers Come In Dreams bijna als een echte Grace-hit klinkt. Waar ik absoluut niets op tegen heb, integendeel.


In het midden valt het album wat stil met het trage Boy Blue en Blue Song, maar met Falling hervat de funky-Zeit zich. Met Step Up worden we getrakteerd op de gastvocals van Kele Okereke, niet meteen een van zijn beste songs, maar de zware beat maakt veel goed.
Het elektrische Visitor is de laatste sterkhouder op Blue Songs, het heeft zelfs wat weg van acid/new beat (I like!). Helaas sluit het album af met het saaie, zeg maar ronduit vervelende, It's Alright.

Niet alle songs op Blue Songs zijn zonder meer de moeite waard, maar er staan genoeg pareltjes op om het album een positieve beoordeling te geven. Meer nog, ik vind het zelfs beter dan het debuut.

Blue Songs komt vandaag, 31 januari uit bij Moshi Moshi (Hot Chip, Florence adn The Machine, Lyke Li,...). Hercules and Love Affair speelt op 6 maart 2011 in de Botanique te Brussel.

Tracklist:

01. Painted Eyes 6:02
02. My House 4:53
03. Answers Come In Dreams 5:24
04. Leonora 4:33
05. Boy Blue 5:00
06. Blue Song 5:38
07. Falling 4:54
08. I Can't Wait 5:55
09. Step Up 4:04
10. Visitor 4:41
11. It's Alright 6:00



Chapel Club - Palace


Engeland overweldigt ons dit voorjaar met lichtelijk tot zwaar geniale indie albums. Vooral haar jonge rockbands doen het uitstekend. Zo ook de Londense formatie Chapel Club. Lewis Bowman (vocals), Michael Hibbert (gitaar), Alex Parry (gitaar), Liam Arklie (basgitaar) en Rich Mitchell (drums) brengen vandaag, 31 januari 2011 hun debuutalbum Palace uit bij het grote Polydor Records (White Lies, La Roux, James Blake, naast vele andere goede tot zéér slechte artiesten).

Chapel Club is al bezig sinds 2009 (eerste release), maar kwam pas echt in mijn vizier met hun fantastische Wintering EP van december 2010. Toch was ik nog steeds erg verbaasd toen ik Palace te horen kreeg, zoiets goed had ik niet verwacht...

Het album tilt mijn respect voor deze band serieus de hoogte in. Terwijl ze op het eerste gezicht een eenvoudige indie rock band leken maakt Palace duidelijk dat zij zich moeiteloos van de massa weten te onderscheiden. Enerzijds doen ze me wat denken aan White Lies, maar al snel maken hun gitaren een andere kant zichtbaar, meer bepaald een schitterende shoegaze-kant. Luister bijvoorbeeld eens naar The Shore -overigens hét hoogtepunt van het album- en u merkt een combinatie van dream pop (een beetje Beach House op haar wildst) en Slow Dive gitaren.
Zo een combinatie, dames en heren, is onbetaalbaar mooi.


Mijn eerdere vergelijking met White Lies ligt, naast het grootste gitarenspel, ook aan Bowman's vocals die soms een subtielere -ietwat minder emotionele- versie van Harry Mcveigh (frontman van White Lies). Al gaat het evengoed soms de kant op van Victoria Legrand van Beach House. Chapel Club slaagt er in feite in om het beste van beide bands samen te smelten, en dat op een eigen en geniale manier.

De virtuoze gitaristen kennen hun vak als geen ander, in de up tempo nummers zoals Fine Light trekken ze resoluut hun stoute kleren aan à la A Place To Bury Strangers. Ze spelen ruw, wild maar ook episch en bloedstollend mooi. Ook in de dream pop nummers eisen Alex, Michael en Liam vaak een hoofdrol op.

Chapel Club kent ongetwijfeld vele invloeden, maar ze maken duidelijk hun eigen muziek, en ze doen dat met een grote passie. Dankzij die passie kan ik u onverbloemd mededelen dat Engeland een nieuw kroonjuweel heeft.

Chapel Club treedt op 1 april op in de AB, helaas dezelfde dag als de machtige Patrick Wolf (in de Botanique), anders was ik er zeker bij geweest!

Tracklist:

1. “Depths”
2. “Surfacing”
3. “Five Trees ”
4. “After the Flood”
5. “White Knight Position”
6. “The Shore”
7. “Blind”
8. “Fine Light”
9. “O Maybe I ”
10. “All the Eastern Girls”
11. “Paper Thin”



The Shore


Fine Light

zondag 30 januari 2011

ArnHao - Love Fades



Het jonge Denmark Records label uit North Carolina (VS) stelt ons de nieuwe single Love Fades van het duo ArnHao (Andrew Hamlet en Arturo “Trizz” Holmes) uit Atlanta voor. En ik aanvaard die voorstelling met plezier, Arnhao maakt immers mooie en ietwat mystieke ambient pop die erg doet denken aan de geweldige Samuel And The Dragon. Ter promotie geeft Denmark Records u de single, de video, de lyrics én een remix door Holygrailers (de andere Denmark-band)als valentijns-cadeau als een mail stuurt naar DenmarkRecords@gmail.com ! U zou het geschenk dan op 14 februari -tevens de officiële releasedatum van Love Fades- moeten ontvangen.

De video en de lyrics krijgt u alvast van mij:

Smoke rise in the east,
Love fades with the cold sun...
As "Time," a passer by, points west
points west...

Cold night.. puddles freeze
In the fall awaiting winter's breeze.
Dense water- my eyes,
Set against black gray skies...

Destiny awaits,
The most rugged who can bear,
who can bear to be alone.


Concertgids maart 2011



WAAR?

- Brussel:
* Botanique
* AB (Ancienne Belgique)
* Vorst Nationaal
* Beurschouwburg
- Gent:
* Vooruit
* Charlatan
- Leuven:
* STUK
* Het Depot
- Antwerpen:
* Trix
* Sportpaleis/Lotto Arena
- Hasselt:
* Muziekodroom
- Kortrijk:
* De Kreun

WAT?

01/03: The Pains Of Being Pure At Heart @ De Kreun
01/03: Efterklang @ Botanique
01/03: HURTS @ AB


03/03: The Bewitched Hands @ Botanique
04/03: A Brand @ Vooruit
06/03: Hercules and Love Affair @ Botanique


09/03: The Joy Formidable @ Botanique (aanwezig!)
10/03: Robyn @ AB
10/03: Absynth Minded @ Het Depot
13/03: The Decemberists @ Trix


16/03: Interpol @ Lotto Arena
17/03: British Sea Power @ Botanique


19/03: IAMX @ AB
22/03: Beady Eye @ AB (uitverkocht)


23/03: White Lies @ AB (uitverkocht)
23/03: The Go! Team @ Botanique


26/03: Mogwai @ AB (uitverkocht)
28/03: Everything Everything @ AB
29/03: The Boxer Rebellion @ Botanique


31/03: I Blame Coco @ AB (aanwezig!)
31/03: The Naked And Famous @ Botanique

zaterdag 29 januari 2011

VA - Love SIC Disco


Het Londense label Something In Construction viert zijn honderdste release met een uitstekende compilatie genaamd Love SIC Disco. Ondanks de titel is het niet echt discomuziek maar eerder een verzameling van hippe hartverwarmende indie pop. Het label koos enkele van haar eigen protegés (Memory Tapes, The Silent League, A Lull, ANR, The Concretes en NIVA) en andere bands en artiesten zoals Kele, MNDR, Guards, Memoryhouse en Clare Maguire.

Op hun site geven ze bij elke track/band/artiest wat uitleg:

1. ANR Stay Kids



Natural born pop stars from Miami Beach. This is elegant, crazed, enormous, unstoppable, wonderful. A huge, smart pop song to whip your hair to. TVOTR, David Bowie and Beach Boys are in here. From the album "Stay Kids".

2. LONEY DEAR Loney Blues



Sweden's premiere magician returns. Like the tide washing over you on a summer day, this undulating, psychedelic song is going to carry you away, slide gently into your heart and break it with a key change.

3. MEMORY TAPES Today Is Our Life



New Jersey's one-man alchemist returns with a mini-symphony, a psychedelic girl group prog disco jam to stop you in your stride. Dayve Hawk is in a class of his own.

4. NIVA Ghost In My Head



Disco. It takes so many forms. And it's an excellent vehicle for, well, almost anything. Sweden's Niva takes this insisitent, pulsating and utterly exquisite little ghost of a song from his debut EP, "Feverish Dreams".

5. THE CONCRETES What We've Become


Lisa Milberg looks back at a relationshop, nights spent playing records til dawn, while snaking across an underlit dancefloor

6. KELE On The Lam (ANR mix)


Kele Okeroke's wonderful paranoia and fantasy electro pop is twisted into widescreen gonzoid dance opera by ANR

7. HOUSES Soak It Up



This little gem was created in Hawaii on solar-powered laptop in a hut without electricity by Dexter Tortoriello last summer. You can feel the sunshine and taste the calm. A fantastic elegant, minimalist pop song.

8. GUARDS Resolution Of One



Riding on a wave of turbo surf rock with Roy Orbison right into Twin Peaks, hair billowing out behind, Richie Follins (also in Cults) is singing his heart out here.

9. YFTB Skimper Woodsy



What to say about this..? Well, it skittles some joyful African singing over tidal banks of old skool synths under twinkling keyboard stars. It's from Chicago and it's infernally catchy.

10. GRUFF RHYS Shark Ridden Waters



National treasure? Oh we think so. Defintely. This is up with his best. Surf rock, xylophones, sinister synths, seagulls, detuned radios, absolutely exquisite melodies and beautiful confusion. A truly excellent song abut thunderbolts.

11 LEVERAGE MODELS Dreaming Of Accidents



Renaissance man and New York art rock legend Shannon Fields sent us this with precious little information. Saxophones are here, Gary Numan is there, Brian Eno is blindfolded and pushing all the buttons he likes the feel of, fat filthy bass is herding them all over the top. Magnificent and massive.

12 A LULL Mammals



We hear These New Puritans, Beta Band, Terry Gilliam, Portishead, Escher and Thom Yorke all informing this wonderfully catchy, colossal and bewildering Heath Robinson-esque human machine pop music from Chicago.

13 CLARE MAGUIRE Ain't Nobody (Memory Tapes remix)



Memory Tapes machine tools Ms Maguire's debut and makes it seem sweetly mournful then dynamically vengeful. Pulsating and lush.

14. MNDR I Go Away



One of 2011's brightest new stars; MNDR, aka Amanda and Peter, channel Cyndi Lauper, Prince and Portishead here to wonderful classic sad pop effect.

15. MEMORYHOUSE Lately (Troisieme)


Deepening the dreamlike mood, this Canadian duo's beautiful and spooky, rippling and elegiac piano dreamscape is one of the most beguiling things we have heard in ages.

16. THE SILENT LEAGUE Let it Roll



Taken from the forthcoming Best Of, these Brookylnite chamber pop legends gently and unhurriedly unfurl this honest, open and heartbreakingly lush song. Oh, and it builds and builds and resolves into a mesmerising orchestral climax that, frankly, you just don't hear every day. There are 23 people playing on this song.

17. CHAPPO Come Home



Relentless, direct and heart-warming song from Brooklyn's Chappo featured in the recent iPad advert. It kind of makes you want to run around the room, smiling at imaginary friends.

18 THE GAY BLADES Mick Jagger



Staying in Brooklyn, The Gay Blades return with a swagger, a grind, a wink and an ear cocked to the Rolling Stones disco period. Funky. There, we said it. Pretty angry too.

Maar het leukste aan deze compilatie is het feit dat je ze geheel legaal en gratis kan downloaden via The Guardian.

Love SIC Disco by Something InConstruction

vrijdag 28 januari 2011

Telekinesis - 12 Desperate Straight Lines


Het one-man project van Michael Benjamin Lerner, voornamelijk bekend als Telekinesis, maar ook wel eens "die indie rockband uit Seatlle" genoemd, gaarde behoorlijk lovende kritieken en een redelijk grote -doch bescheiden- fanbasis met hun Telekinesis! debuut album uit 2009. Zelf leerde ik het werk van Lerner pas afgelopen zomer kennen, bij de release van de Parallel Seismic Conspiracies EP. Deze mooie EP was echter slechts het voorspel van wat ons nu te wachten staat (al is het er reeds voor de zoekers die vinden). 12 Desperate Straight Lines, het nieuwe studio album van de band, wordt op 15 februari gereleaset bij Merge Records (Arcade Fire, Destroyer, The Love Language, The Mountain Goats).

De muzikanten die ten tijde van Telekinesis! de band vormden zijn allen hun eigen weg opgegaan en dus stond Lerner er alleen voor, hij trok dan maar naar Berlijn waar hij in alle eenzaamheid de songs die het nieuwe album zouden vormen neerpende.
Met tien songs in zijn bagage vloog hij naar de studio in Portland om samen met producer Chriss Walla, u misschien bekend als gitarist van 'vrouwenband' Death Cab For Cutie, het nieuwe album in elkaar te knutselen. Ook Telekinesis! is trouwens door Walla geproducet. In Portland werden er bovendien twee extra nummers toegevoegd.



12 Desperate Straight Lines
is een subliem rockalbum geworden. Lerner heeft een aangename hese (maar niet 'ziekelijk hese') indie-stem die erg mooi geaccentueerd wordt door het catchy gitarenspel. Lichtere nummers met speelse percussie en drums (bv. Country Lane) wisselen zich af met iets zwaardere (maar nooit 'hard-') rock.
Af en toe doet het album me wat denken aan Avi Buffalo, de vocals verschillen dan ook niet extreem veel van die van Avigdor 'Avi' Zahner-Isenberg, maar ze worden wel op een andere manier gebruikt.

De grote strongholders zijn Please Ask For Help, 50 Ways en het gazy Cannot Love You maar ook het catchy Car Crash is zeker de moeite.

Deze 12 songs klinken alvast noch rechtlijning noch wanhopig, Telekinesis heeft een mooie toekomst voor zich, in elk geval zolang Lerner -die ondertussen wel weer nieuwe bandleden voor de komende tour (voorlopig enkel in de VS en Canada) gevonden heeft- er nog zin in heeft.

Tracklist:

01 You Turn Clear in the Sun
02 Please Ask for Help
03 50 Ways
04 I Cannot Love You
05 Dirty Thing
06 Car Crash
07 Palm of Your Hand
08 I Got You
09 Fever Chill
10 Country Lane
11 Patterns
12 Gotta Get It Right Now

Telekinesis - Dirty Thing from Merge Records on Vimeo.



Please Ask For Help:


Carcrash:

Light Asylum - Dark Allies video


Ik ben al maanden ongelofelijk verslaafd aan dit lied. Dark Allies stond op de 10de plaats in mijn 2010 Song Top 150, maar het had gerust nog hoger kunnen staan. Meer nog, het is absoluut een van de muzikale hoogtepunten van het afgelopen decennium. En dat voor een beginnend bandje uit Brooklyn!

Sinds hun In Tension EP (klik voor meer info over de EP en de band) uit oktober ben ik een grote fan van dit duo, zangeres Shannon Funchess heeft dan ook een van de krachtigste en interessantste stemmen die ik ooit gehoord heb.

Deze maand kwam de groep eindelijk met een bijzonder geslaagde video voor Dark Allies, van de hand van Grant Worth. Enjoy!


Dark Allies - Light Asylum from Grant Worth on Vimeo.

woensdag 26 januari 2011

Jeans Wilder - Nice Trash


De vandaal (zie cover art) Jeans Wilder a.k.a. Adrew Caddick boert (muzikaal) goed. Ondanks al zijn vernielzucht slaagt hij erin om amper een half jaar na zijn fameuze split 7" met Best Coast een volwaardig debuutalbum af te leveren.

Nice Trash is dromerige en psychedelische lo-fi pop die de gemiddelde indie-freak moeiteloos kan bekoren, a fortiori geldt dit voor de iets extremere freaks zoals mijzelf.

Jeans Wilder's stijl is dan ook erg gevarieerd, zo hoort Blonde Beach bijvoorbeeld thuis bij nu-gaze à la neo(n) eden zit er in Don't Want To Live Forever een heel pak IDM. De beats en electro op blanket Mountain kennen dan weer een zekere invloed van Glasser, enzovoorts, enzoverder.

Ondanks die grote variatie vormt het album toch duidelijk een geheel, en dat heeft alles te maken met één grote constante: de mooie dromerige stem van meneer Wilder himself.

Jeans Wilder is dé slaapkamerartiest-revelatie van het voorjaar, maar als ik voor Humo zou schrijven kreeg hij desalniettemin maximaal drie sterren. Het is goed, mooi en veelbelovend, maar steekt het werkelijk uit boven alle andere lo-fi? Zal zijn werk blijven hangen? Zeker nu collega Panda Bear eveneens een album dreigt uit te brengen. On verra, voorlopig volstaat Nice Trash om ons af te leiden van de pijnlijke, roekeloze en tergend trage regeringsvorming in ons geliefde koninkrijk.

Tracklist:

1. be my shade
2. blonde beach
3. don’t want to live forever
4. blanket mountain
5. international waters
6. in my dreams
7. sparkler
8. let’s share this place
9. pumpkin patch
10. light sleeper



International Waters

dinsdag 25 januari 2011

The Joy Formidable - The Big Roar


Mijn eerste reactie bij het vernemen van de releaseplannen van The Joy Formidable's debuutalbuum was: "debuut? Er is toch al lang een album!"
Ik was uiteraard juist, maar ook verkeerd. In februari 2009 heeft de Welshe band immers reeds een mini-album genaamd 'A Balloon Called Moaning' uitgebracht, en gisteren, bijna twee jaar later was het pas de beurt aan hun "echte" eerste studio album The Big Roar.

Van de acht songs op hun mini-album zijn er bovendien vier (die ook al als single werden uitgebracht) overgenomen op het debuut. Austerre is zelfs al tweemaal als single uitgebracht, wat dit dus haar vierde release maakt.

Ondanks die grote herneming blijft de rockband van Ritzy Bryan (lead vocals, gitaar), Rhydian Dafydd (bass gitaar, backing vocals), en Matt Thomas (drums, percussie) verbluffend goed klinken. De hernomen songs zijn dan ook uitermate het hernemen waard, vooral Whirring is een hoogtepunt.


De sterke kanten van The Joy Formidable zijn talrijk, zangeres Ritzy heeft een stem die wel de rock n' roll versie van Ladytron lijkt en het dromerige gitarenspel is de eretitel shoegaze meer dan waardig. Ook de nieuwe song zijn gekenmerkt met die wonderbaarlijke etherische kwaliteiten, zo blaast opener The Everchanging Spectrum Of A Lie u simpelweg van uw sokken, en nee zelfs uw dikke wintersokken zijn daar niet tegen bestand.

Opmerkelijk is afsluiter The Greatest Light Is The Greatest Shade dat enorm op Whirring lijkt maar dan meer uitgewerkt (hoewel het korter is), meer dreamy en nog grootser. In Llaw=Wall neemt Rhydian met succes de lead vocals over, iets wat ze zeker nog eens mogen doen, en ook iamamiwhoami-experiment Maruyama wordt zeker gesmaakt. Zelfs een hard en rauw rocknummer als Chapter 2 gaat er opmerkelijk vlot in, maar net zo goed het iets subtielere A Heavy Abacus (niettemin van stevig gitaarwerk voorzien) dat getuigt van een verbazingwekkende schoonheid.

The Big Roar heeft erg lang op zich laten wachten, en heel verrassend is het ondanks de uitstekende nieuwe song ook al niet, maar als men daar abstractie van maakt is het een verdomd geniaal album.

The Joy Formidable treedt op 9 maart op in de Botanique te Brussel. (Aanwezig!)

Tracklist:

1. The Everchanging Spectrum of a Lie
2. The Magnifying Glass
3. I Don't Want to See You Like This
4. Austere
5. A Heavy Abacus
6. Whirring
7. Buoy
8. Maruyama
9. Cradle
10. Llaw = Wall
11. Chapter 2
12. The Greatest Light Is the Greatest Shade





maandag 24 januari 2011

Philip Glass - Kepler


Het is wat bizar om een opera te recenseren zonder een opvoering gezien te hebben, maar deze recensie gaat helemaal niet over de opvoering, het gaat over de muziek. Kepler is de nieuwste opera van de Amerikaanse componist Philip Glass, de eerste uitvoering dateert uit 2009, de opnames (2010) werden klaargemaakt om dit jaar gereleaset te worden op 8 februari.

Kepler is de eerste en tot zover enige Duitstalige opera van Glass. Die opmerkelijke taalkeuze (toch voor een Amerikaan) ligt in de eerste plaats aan het feit dat de opera geschreven werd in opdracht van het Landestheater van de stad Linz in Oostenrijk. Bovendien is de Duitse wetenschapper Johannes Kepler (1571-1630) het onderwerp van het stuk. Kepler is vooral beroemd wegens zijn 'Wetten van Kepler' over de beweging der planeten.


Het feit dat een wetenschapper vereerd wordt met een opera is op zichzelf geen nieuwigheid, denk maar aan Tomorrow In A Year (2009) van The Knife over Charles Darwin. Daarnaast stelde Philip Glass zelf met Einstein On The Beach (1975) en Galileo Galilei (2002) alvast het goede voorbeeld. Terwijl de 19de eeuwse componisten hun inspiratie gingen halen bij mythen (Wagner), liefdesverhalen (Puccini en Rossini) en Shakespear (Verdi) treden in onze moderne maatschappij de wetenschappers naar voren.

Linz was in 2009 de culturele hoodstad van Europa, en wat is er beter om dat te vieren dan een wereldberoemde componist een nieuwe opera te laten componeren over een van de stad's meest illustere ex-inwoners? Johannes Kepler verbleef in Linz van 1616 tot 1626, het was tevens in deze stad dat een van zijn bekendste werken 'Harmonice Mundi' tot stand kwam, ja zelfs toen hij 1630 in Regensburg stierf was hij op weg naar Linz.

In de VS, de thuisbasis van Glass, kreeg Kepler bijzonder weinig aandacht, de meeste Amerikaanse critici kijken immers neer op hem. Dit is vooral te wijten aan zijn typische repetitieve stijl, waardoor de Amerikanen domweg besloten dat Glass altijd hetzelfde maakt. In Europa krijgt en kreeg Glass altijd al veel meer steun, Kepler groeide uit tot een gigantisch succes en alle opvoeringen uit 2009 en 2010 waren zo goed als uitverkocht. Toch sprong de VS in navolging van het Europese succes mee op de kar, in het najaar van 2009 beleefde Kepler in de BAM (Brooklyn Academy of Music) te New York haar Amerikaanse première (zie foto beneden). Vooral de Los Angeles Times blijkt een grote fan van Glass' werk te zijn.


Zelf ben ik enigszins bekend met Glass' werk, maar van zijn opera's hoorde ik er tot nu toe slechts één, Orphée uit 1993 dat in 2009 werd opgevoerd door de opera van Portland (VS) en waarvan de opnames in 2010 uitgebracht werden.
Op het eerste gezicht lijkt Kepler best op Orphée, de typische stijl van Glass, gekenmerkt door een onophoudende spanning (voornamelijk veroorzaakt door dreigende strijkers en experimenteel slagwerk) kan men in beide stukken moeiteloos terugvinden.
Maar toch is Kepler superieur, het is grootser, het blijft veel langer nazinderen en de zanpartijen komen veel mooier tot hun recht. Bovendien wordt Orphée in het Frans gezongen, wat niet opweegt tegen het prachtige Duits en latijn (in die tijd nog de taal van de wetenschap) van Kepler.

Mijn Duits is absoluut niet goed genoeg om in staat te zijn u over de inhoud te vertellen, maar het leven van Kepler was alleszins meer dan interessant genoeg. Godsdienstproblemen, oorlogen, heksenprocessen, hoge connecties met de keizer, stervende echtgenotes, drama genoeg me dunkt.


De cd-opname dateert van 2010, in het Landestheater van Linz zelf onder leiding van dirigent Dennis Russel Davies. Davies is een van de belangrijkste hedendaagse dirigenten en werkte in het verleden al verschillende keren succesvol met Glass samen. Hij is nog tot 2014 de dirigent van het Landestheather Linz en het Bruckner Orchestra Linz, de orkesten die de opera hebben uitgevoerd. De cd wordt gereleaset door Orange Mountain Music, het label dat zowat al het werk van Glass uitbrengt.

Glass levert met Kepler een klepper van bijna twee uur, verdeeld in twee actes. Hij combineert grootsheid met verfijnheid en klassieke schoonheid met experimentele fantasieën. Het is wellicht de beste opera van afgelopen decennium. Tenzij ik iets belangrijk gemist heb, laat het me vooral weten.

Tracklist:

DISC 1 - ACT 1
1. (06:46) Prologue
2. (05:36) I - Questions 1
3. (08:36) II - Polyeder
4. (06:17) III - Genesis
5. (09:50) IV - Gryphius 1 - Upon the Night
6. (07:25) V - Physica Coelestis
7. (08:29) VI - Gryphius 2
8. (26:53) VII - Questions 2
9. (06:26) VIII - Gryphius 3 - Eyes. Optical Paradox

DISC 2 - ACT 2
1. (09:02) I - On Astrology
2. (10:35) II - Gryphius 4 - To the Stars
3. (09:54) III - Hypotheses
4. (06:27) IV - Gryphius 5 - Tears of the Fatherland
5. (05:38) V - Emphemerides
6. (06:09) Epilogue

Gryphius 2

donderdag 20 januari 2011

Cut Copy - Zonoscope


Wat ooit begon als het soloproject van Dan Withford werd al snel een van Australië's meest succesvolle electrobands. Het Cut Copy (Dan, Tim, Mitchell en Bennet, maar Bennet heeft de groep verlaten en sinds vorig jaar is bassist Ben Browning van de partij) tourde in de jaren 2000 met de groten de aarde onder wie Daft Punk, Bloc Party, The Presets en Franz Ferdinand (ze weigerden trouwens plaatsen als voorprogramma van Lady Gaga en Cold Play, mannen naar mijn hart!)
Hun eerste twee albums waren een enorm succes, In Ghost Colours stond zelfs op nummer 1 in Down Under-land. Daarnaast ken ik Cut Copy vooral van hun uitstekende remixen.

In 2010 maakte de groep bekend dat ze aan een nieuw album op komst was. In juli en en november werden respectievelijk de songs Where I'm Going en de eerste single Take Me Over uitgebracht en op 7 februari komt hun derde album genaamd Zonoscope in Europa op de markt.

Het eerste wat opvalt aan Zonoscope is de ongelofelijk mooie cover art van wijlen de Japanse kunstenaar Tsunehisa Kimura. Kimura was gespecialiseerd in fotomontage, en net zoals op de hoes van het album stelde zijn werk voornamelijk absurde urbane landschappen voor. Het originele werk ziet u hieronder.


Maar het gaat natuurlijk vooral om wat er in die cover zit, en dat is in de woorden van mijn collegas Eden Is Neon 'A Masterpiece' en Pop Rules 'fantastico'.
Ze hebben uiteraard groot gelijk.

'Hush Darling, Don't You Cry', zo begint opener Need You Now, het doet me denken aan Hush van Angus and Julia Stone, maar buiten de lyrics en het land van herkomst is Cut Copy toch wel iets helemaal anders dan de familie Stone. Prachtige vocals worden ondersteund door een sublieme synths en een spannende beat, wat een magistraal nummer.

Take Me Over baadt in tropische chill wave, of lijkt het nu eerder op Anoraak, of op Chad Valley. Ach het is van alles wat, en het is geweldig. De electro wordt in Where I'm going en This Is All We've Got achterwege gelaten, Cut Copy als indie rockband klinkt zeker niet slecht, zelfs een beetje hippie/Yeasayer achtig.


Van rock naar een Egyptisch discofeest in het zwoele Pharaos and Pyramids, en dat alles met een zalige beat. Wat wil een mens nog meer? Een Marimba misschien? Geen probleem, u vindt er een op het fantastische Blink And You'll Miss A Revolution.

Nog zo een verslavend nummer is het psychedelische Alisa, het had zo op Caribou's Andorra album kunnen staan. In Corner Of The Sky haalt Cut Copy nog eens haar zwaarste beats en scherpste synths naar boven voor een vlammende dancefloortrack.
Ten slotte wordt er meesterlijk afgesloten met het lange Sun God, een laatste offer-outro aan de Goden en we zijn vertrokken!

Cut Copy overtreft zichzelf, de anderen en ja zelfs...mij. Just kidding (of ik dit bedoel als: a) 'niemand overtreft mij', of b) 'natuurlijk overtreft Cut Copy mij want ik stel niets voor' laat ik aan uw verbeelding over).

Tracklist

1.Need You Now
2.Take Me Over
3.Where I'm Going
4.Pharaohs & Pyramids
5.Blink and You'll Miss a Revolution
6.Strange Nostalgia for The Future
7.This is All We've Got
8.Alisa
9.Hanging Onto Every Heartbeat
10.Corner of the Sky
11.Sun God

Need You Now


Alisa


Blink And You'll Miss A Revolution

Anna Calvi - Anna Calvi


Anna Calvi lijkt wel een mythische Venetiaanse prinses, dat neusje, die rode lippen, die vurige ogen en dat blonde krullende haar, wow! Deze Britse furie heeft dan ook Italiaanse roots, maar ze in vergelijking met al die marina's die zich in de Limburgse mijnstreek vertoeven is zij een godin.
Daarnaast liggen haar muzikale roots volledig in Engeland. BBC zette haar op de zesde plaats in de Sound Of 2011 lijst, en artiesten als James Blake, Jamie woon en Clare Maguire laten voorgaan is geen schande. Zeker niet als je Warpaint, Esben And The Witch, Yuck en The Nakend & Famous achter je mag laten. Ten slotte zei de beroemde producer Brian Eno dat Calvi het beste is dat hij gehoord heeft sinds Patti Smith.

Ook de Belgische muziekpers liep deze maand warm voor Calvi, Humo bracht vorige week een kort interview met haar uit en deze week was het blad er verrassend vroeg bij met een recensie van haar self-titled debuutplaat. Hoewel Humo's review Calvi voorziet van het nodige lof kreeg ze slechts drie sterren, naar mijn mening een ster te weinig.


Calvi, die het voorbije jaar met Z.K.H. Nick Cave I Vorst van Grinderman mocht toeren, nam voor haar album Rob Ellis -de producer van PJ Harvey- onder de arm. Daarmee dat zij eindeloos vergeleken word met die laatste, al heeft haar stem daar waarschijnlijk ook iets mee te maken... hoewel ik de vocale kwaliteiten van Anna Calvi -die haar fysieke schoonheid op muzikaal vlak evenaren- superieur acht aan die van mevrouw Harvey.

Maar goed, Anna Calvi werd in 2010 gebombardeerd tot prinses van de Londense muzikale elite, en met aan haar ene zijde producer Rob Ellis en aan de andere Mumford And Sons-gitarist Ben Lovett kwam haar romantische indie pop album tot stand.

Het album komt langzaam op gang, Rider To The Sea is in feite een lange gitaarsolo, het is niet akoestisch maar het zou het evengoed kunnen zijn en het klinkt zelfs wat zuiders/latino. Ook No More Words brengt het album nog niet op haar volle vaart, het is eerder een voorbode van wat komen zal. Een voorbode die me doet denken aan een mengeling tussen Yoko Ono en Charlotte Gainsbourg.


En dat 'wat komen zal' refereert naar de twee beste nummers op het album, Desire en Suzanne & I staan vlak achter elkaar, en vormen samen een geniaal geheel. Calvi stopt met het Gainsbourgiaanse gefluister en gooit haar stembanden open. Ook de muziek maakt een ommekeer, hevige drums en strijkers maken er een oerromantische song van. Ik kan er werkelijk niets aan doen maar ergens doen de drums en het refrein van Desire me aan Laponia denken, een belachelijk maar aanstekelijk lied van de Finse Monica Apselund waarmee ze in 1977 het Eurovisiesongfestival won (vervang 'desire' door 'Laponia' en u weet wat ik bedoel). Desire is uiteraard duizend maal beter.
Maar in vergelijking met Suzanne & I is Desire niets. Het is het absolute hoogtepunt op het album, haar prachtige stem, die gitaar, alleen al voor dit nummer verdient ze die vier sterren.

Hierna wordt het iets rustiger, maar niet bijzonder veel. Met de hulp van strijkers en back in vocals heeft First We Kiss iets nostalgisch à la Camera Obscura.
The Devil lijkt dan weer geïnspireerd door het Portugese fado, wat behoorlijk eng is, maar tevens bloedmooi.

Op Black Out laat Calvi zich van haar meest rock'n roll-eske kant zien. Ten slotte eindigen I'll Be Your Man en het geweldige Love Won't Be Leaving het album met verve.

Aan het album is drie jaar gewerkt, en dat hoort u. Nu maar hopen dat we geen drie jaar moeten wachten op een opvolger.

Anna Calvi treedt op 9 Februari op in de Botanique te Brussel.

Tracklist:

1. Rider To The Sea (2:47)
2. No More Words (3:53)
3. Desire (3:55)
4. Suzanne & I (4:11)
5. First We Kiss (3:09)
6. The Devil (4:43)
7. Blackout (4:05)
8. I'll Be Your Man (3:15)
9. Morning Light (4:13)
10. Love Won't Be Leaving (5:36)

Suzanne & I


Desire:


Blackout:

woensdag 19 januari 2011

Beth Ditto EP


U herinnert zich vast nog wel Simian Mobile Disco's Temporary Pleasure album uit 2009. Er werden dat jaar weinig betere albums uitgebracht, waarmee ik enkel de astronomisch hoge kwaliteit van deze plaat wens te onderstrepen, want 2009 was zonder twijfel muzikaal een zeer goed jaar.

Hoe dan ook, de connaisseurs onder ons weten dat een van de nummers op deze prachtplaat, meer bepaald Cruel Intentions, voorzien was van de gastvocals van Beth Ditto. Mevrouw Ditto (aka Mary Beth Patterson) is zoals iedereen weet de opmerkelijke zangeres van de populaire Engelse punk-rockband Gossip. Daarnaast is ze een stijlicoon, een model (o.a. voor Jean Paul Gaultier), moddervet, anti-conformistisch en mateloos cool.

Hoe dan ook, uit die bijdrage aan Temporary Pleasure ontstond een kiem voor een verdere samenwerking tussen de heren van SMD en Ditto. Deze samenwerking uit zich nu in een fantastische titelloze EP, uitgebracht onder Beth Ditto's eigen naam.
Ditto's stem -die u moeiteloos altijd en overal meteen herkent- past perfect bij de zwierige en feestelijke electro van SMD. De vier tracks zijn dan ook stuk voor stuk de moeite waard. Zoals bij Gossip zingt Ditto vooral over de liefde en al haar toffe en minder toffe neveneffecten, SMD zorgt van zijn kant voor opzwepende beats en andere elektronica op haar typische eigenwijze manier.

SMD en Beth Ditto, het is een perfect huwelijk. Hopelijk volgen er nog meer liefdeskinderen.

Tracklist:

1 "Do You Need Someone" - 6'04
2 "Goodnight, Good Morning" - 7'00
3 "I Wrote The Book" - 3'57
4 "Open Heart Surgery" - 5'40

Beth Ditto EP preview