Met Kanon Pokajanen nam Ars Musica (hét festival de eigentijdse klassieke muziek in België) voor het eerst in lange tijd een stuk van de Estse grootmeester Arvo Pärt (afbeelding boven) in haar programma op. De heer Pärt is ondertussen 75 jaar, en daarmee zowat de belangrijkste nog in leven zijnde componist, zeker na het heengaan van Henryk Gorecki vorig jaar. Sinds de jaren 60 heeft Pärt de wereld bestookt met zijn religieuze en minimalistische muziek. Avant gardisten hebben een hekel aan hem (ze noemen hem Pärt totale) maar laat u niet misleiden, Pärt heeft waarlijk prachtige muziek gemaakt.
Een van zijn recentere werken is Kanon Pokajanen, oftewel de 'Boetecanon' uit 1997. Het ging in première bij de viering van de 750ste verjaardag van de Dom van Keulen. De Miniemenkerk (afbeelding onder) van Brussel, de locatie van gisterenavond, mag dan noch zo indrukwekkend, noch zo groot al de gigantische Dom zijn, het is wel degelijk een erg mooie kerk. De zwaar vervuilde buitenkant van deze grote barokke tempel in de schaduw van het justitiepaleis verhult een sacrale pracht, met een interieur dat lichtjes op de Sint Pietersbasiliek te Rome gebaseerd is.
Ikzelf ken de Kanon Pokajanen omdat een fragment ervan opgenomen was op de onlangs uitgebrachte release van de vierde symfonie van Pärt (2010). Ik had de boetekanon echter nog nooit in zijn geheel gehoord, het bleek immers niet zo makkelijk verkrijgbaar te zijn. Een reden te meer om naar Brussel af te zakken, en dat dachten er wel meer, het concert was immers uitverkocht.
Pärt's boetekanon is zoals de naam doet vermoeden geen vrolijk werk. In feite is het een twee uur durende golf van miserie en ellende die uw emoties trachten te overspoelen. Geen wonder dat het concert ook een beetje in het teken van de tragedie in Japan stond. De kanon bestaat uit negen odes afgewisseld door korte hymnes. De tweede ode wordt echter nooit gezongen omdat volgens de traditie er geen tekst voor geschreven werd. Elke ode omvat een soort boetedoening aan Jezus Christus, de tekst is dan ook afkomstig van een hymne van Sint Adreas van Kreta ( afbeelding onder), genaamd 'Kanon voor boetedoening voor onze heer Jezus Christus'. Naar oude slavisch-orthodoxe traditie wordt de kanon a capella in kerkslavisch gezongen, de zangstijl is traditioneel orthodox afgewisseld met een Byzantijnse stijl. Het doet me wat denken aan het prachtige Miserere van Allegri en andere chorale werken uit de renaissance.
U hoort het goed, Kanon Pokajanen is geen licht werk. Een 21ste eeuwse componist die een werk vervaardigd dat eeuwenoud en oer-religieus klinkt, dat heeft toch wel iets speciaals.
De opvoering van gisternavond werd verzorgd door Aquarius, het steengoede Belgische kamerkoor onder leiding van Gentenaar Mark Michael De Smet. Het was zeker niet de eerste keer dat het vocale ensemble, dat gespecialiseerd is in 21ste eeuwse muziek, de boetecanon opvoerde. Naar verluidt is Arvo Pärt ooit zelf komen luisteren naar Aquarius. Hij vond het zeer goed. Het vierentwintigkoppige koor creëert altijd een speciaal soort sfeer bij de opvoering van dit werk, zo werd de kerk enkel verlicht door kaarsen en het licht van de pupiters van de zangers. De koorleden kwamen al zingend, op een ietwat sekte-achtige wijze de duistere kerk binnen en vormden een cirkel rond dirigent De Smet. We kregen een korte inleiding en laatste woord was nog niet uitgesproken of de eerste ode ging onmiddellijk en zéér groots van start. Deze kanon hoort duidelijk thuis in een kerk, de akoestiek was perfect. Zo een directe en overweldigende vocale ontploffing had ik eerlijk gezegd niet zien aankomen. Het gaf zelfs een zekere kick, een euforisch gevoel, het was heerlijk.
De cirkelvorm van het koor heeft zo zijn voordelen en nadelen. Aan de ene kant staat het toe om de ruimte tussen het publiek (zeker de achterste rijen) en het koor te verkleinen, bovendien creëert het een speciale sacrale en wat samenzweerderige en mystieke sfeer. Maar daar tegenover staat dat het publiek bijna niet kon zien wie wat zong en ook de dirigent was een beetje onzichtbaar. Gelukkig schoof het koor om de twee odes een paar plaatsen op, zodat iedereen elk deel van het koor had gezien en gehoord. Ook over de opdeling - telkens vier vrouwen naast vier mannen - was nagedacht.
Zoals ik al zei is Kanon Pokajanen een religieuze mastodont, je moet er je aandacht bij houden of anders ben je verloren. Het geheel bleek wel nogal repetitief te zijn. Zo kwamen bepaalde melodieën en delen steeds terug als een baken van herkenbaarheid. Bij de rustige stukken voelde ik stiekem een verlangen naar de krachtige uithalen, dat verlangen werd meestal wel snel en prachtig ingevuld met een ongelijfelijk hemels gezang. Zeker de populaire ode VII (zie video onder) staat bekend om haar grandioze vocale kracht. Daarnaast was het een plezier om de zangers aan het werk te zien, Aquarius is een zeer gevarieerd koor met zowel jong als oud talent, van stijlvolle heren tot een semi-hippie, zelfs een rolstoelpatiënt gaf het beste van zichzelf, iets wat men toch niet zo vaak tegenkomt.
Maar goed, na twee uur gaat die loodzware boetedoening wel wat op je wegen. Zeker als je op een stoel zit die het stempel 'foltertuig' verdient. En dan vraagt men zich af waarom de kerken leeg blijven? Maar eerlijk gezegd, als elke mis zo een mooi koorwerk inhield als deze overweldigende boetecanon, kon u me niet meer uit de kerk wegslaan. Moe, geradbraakt, maar zeer voldaan verliet ik de wondermooie Zavelwijk, diep gebukt onder het juk van het geloof en de het talent van het Estse genie.
programma:
Ode I
Ode III
Sedalen
Ode IV
Ode V
Ode VI
Kontakion
Ikos
Ode VII
Ode VIII
Ode IX
Video: Ode VII door Aquarius
Edit: nieuw filmpje! Op de twaalfde en dertiende seconde kan u mezelf bewonderen.
De opvoering van gisternavond werd verzorgd door Aquarius, het steengoede Belgische kamerkoor onder leiding van Gentenaar Mark Michael De Smet. Het was zeker niet de eerste keer dat het vocale ensemble, dat gespecialiseerd is in 21ste eeuwse muziek, de boetecanon opvoerde. Naar verluidt is Arvo Pärt ooit zelf komen luisteren naar Aquarius. Hij vond het zeer goed. Het vierentwintigkoppige koor creëert altijd een speciaal soort sfeer bij de opvoering van dit werk, zo werd de kerk enkel verlicht door kaarsen en het licht van de pupiters van de zangers. De koorleden kwamen al zingend, op een ietwat sekte-achtige wijze de duistere kerk binnen en vormden een cirkel rond dirigent De Smet. We kregen een korte inleiding en laatste woord was nog niet uitgesproken of de eerste ode ging onmiddellijk en zéér groots van start. Deze kanon hoort duidelijk thuis in een kerk, de akoestiek was perfect. Zo een directe en overweldigende vocale ontploffing had ik eerlijk gezegd niet zien aankomen. Het gaf zelfs een zekere kick, een euforisch gevoel, het was heerlijk.
De cirkelvorm van het koor heeft zo zijn voordelen en nadelen. Aan de ene kant staat het toe om de ruimte tussen het publiek (zeker de achterste rijen) en het koor te verkleinen, bovendien creëert het een speciale sacrale en wat samenzweerderige en mystieke sfeer. Maar daar tegenover staat dat het publiek bijna niet kon zien wie wat zong en ook de dirigent was een beetje onzichtbaar. Gelukkig schoof het koor om de twee odes een paar plaatsen op, zodat iedereen elk deel van het koor had gezien en gehoord. Ook over de opdeling - telkens vier vrouwen naast vier mannen - was nagedacht.
Zoals ik al zei is Kanon Pokajanen een religieuze mastodont, je moet er je aandacht bij houden of anders ben je verloren. Het geheel bleek wel nogal repetitief te zijn. Zo kwamen bepaalde melodieën en delen steeds terug als een baken van herkenbaarheid. Bij de rustige stukken voelde ik stiekem een verlangen naar de krachtige uithalen, dat verlangen werd meestal wel snel en prachtig ingevuld met een ongelijfelijk hemels gezang. Zeker de populaire ode VII (zie video onder) staat bekend om haar grandioze vocale kracht. Daarnaast was het een plezier om de zangers aan het werk te zien, Aquarius is een zeer gevarieerd koor met zowel jong als oud talent, van stijlvolle heren tot een semi-hippie, zelfs een rolstoelpatiënt gaf het beste van zichzelf, iets wat men toch niet zo vaak tegenkomt.
Maar goed, na twee uur gaat die loodzware boetedoening wel wat op je wegen. Zeker als je op een stoel zit die het stempel 'foltertuig' verdient. En dan vraagt men zich af waarom de kerken leeg blijven? Maar eerlijk gezegd, als elke mis zo een mooi koorwerk inhield als deze overweldigende boetecanon, kon u me niet meer uit de kerk wegslaan. Moe, geradbraakt, maar zeer voldaan verliet ik de wondermooie Zavelwijk, diep gebukt onder het juk van het geloof en de het talent van het Estse genie.
programma:
Ode I
Ode III
Sedalen
Ode IV
Ode V
Ode VI
Kontakion
Ikos
Ode VII
Ode VIII
Ode IX
Video: Ode VII door Aquarius
Edit: nieuw filmpje! Op de twaalfde en dertiende seconde kan u mezelf bewonderen.
nice review
BeantwoordenVerwijderen